Om meer dan een reden was de doorstroomtoets, die in februari afgenomen is in groep 8 een spannend moment. In de eerste plaats omdat het moment van afname twee maanden vroeger is dan de eindtoets die voorheen mede bepalend was in het proces van verwijzing naar het voortgezet onderwijs.
Ook spannend omdat deze groep 8 de eerste groep is die deze toets moest maken.
Wat is een doorstroomtoets?
De doorstroomtoets laat zien welk taal- en rekenniveau uw kind op dit moment heeft. Op basis van dit niveau wordt een advies berekend voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is een second opinion op het schooladvies van de leerkracht.
De IEP Doorstroomtoets toetst de leerlingen op lezen, taalverzorging en rekenen. Deze drie onderdelen zijn verplicht. Zo wordt het referentieniveau bepaald.
De referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen geven aan wat een leerling moet kennen en kunnen. Het 1F-niveau is het basisniveau dat zoveel mogelijk leerlingen op de basisschool moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een deel van de leerlingen op de basisschool een hoger niveau behaalt: 2F voor taal en 1S voor rekenen.
De overheid heeft concreet de volgende ambities opgesteld:
85% van de leerlingen verlaat de basisschool met 1F niveau (15% haalt dan het niveau “op weg naar 1F”);
65% van de leerlingen verlaat de basisschool met 2F/1S niveau.
De IEP Doorstroomtoets laat per onderdeel zien welk referentieniveau een leerling beheerst.
Lezen: dit onderdeel meet de mate waarin een leerling een tekst kan interpreteren, evalueren en samenvatten (begrijpend lezen).
Taalverzorging: dit onderdeel meet de mate waarin de leerling de regels beheerst voor (werkwoord)spelling en het gebruik van leestekens.
Rekenen: dit onderdeel meet de beheersing op de domeinen getallen, verhoudingen, meten & meetkunde en verbanden.
Welke resultaten hebben we als KC Impuls behaald?
Over de opbrengsten van lezen en taalverzorging zijn we tevreden. We halen de gestelde ambitiecijfers vanuit de overheid bij lezen en taalverzorging ruimschoots. Helaas geldt dit niet voor rekenen. 83% van de kinderen haalt 1F en 20% heeft1S. Dit is niet voldoende. We kunnen en mogen hier niet tevreden mee zijn.
Wat doen we met deze resultaten?
Deze resultaten betekenen iets voor ons als team. Het geeft ons waardevolle info over het onderwijs wat we gegeven hebben en het onderwijs wat we in de toekomst moeten aanbieden.
We stellen onszelf vragen, zoals:
wat deden we als team bij taal en lezen goed, wat onze resultaten verklaart?
wat deden we als team bij rekenen niet goed?
wat kunnen we doen om de resultaten bij taal en lezen goed te houden en bij rekenen omhoog te krijgen?
De vragen zijn gemakkelijk gesteld, maar lastiger om te beantwoorden. We denken hier de komende tijd met elkaar over na en formuleren antwoorden op deze vragen.
Vervolgens bedenken we concrete acties die we het komende jaar gaan uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn:
‘We besteden meer aandacht aan automatiseren in de groepen 3 t/m 8. Iedere dag minimaal 5 minuten extra’.
De leertijd bij rekenen wordt uitgebreid met 10 minuten per dag in de groepen 3 t/m 8.
In de groepen 1 en 2 breiden we het aantal te leren woorden per week uit naar 35. We bieden rekenbegrippen, zoals meer en minder, ook al in groep 1 en 2 aan.
Wij hebben er alle vertrouwen in dat de resultaten bij lezen en taalverzorging stabiel goed zullen blijven en dat we de rekenopbrengsten verhogen. Ook benadrukken we op deze plaats ook graag nog een keer dat een kind veel meer is dan de opbrengsten. Een goed kindcentrum is echter kritisch op zichzelf en stelt zichzelf hoge doelen.